Where's Your Head At

Stappen:​

• Vraag alle deelnemers om te gaan staan. Vertel hen dat je hen instructies gaat geven over welke richting ze moeten kijken. Ze moeten hun hoofd draaien (alleen hun hoofd, niet hun lichaam) en in de juiste richting kijken.

• Leg de details uit. Als je zegt: "Omhoog", moeten de deelnemers hun hoofd kantelen en naar het plafond (of de hemel) kijken. Als je 'omlaag' zegt, moeten de deelnemers hun hoofd laten zakken en naar de vloer (of hun voeten) kijken. Als je 'links' zegt, moeten de deelnemers hun hoofd naar links draaien. Als je 'rechts' zegt, moeten de deelnemers hun hoofd naar rechts draaien.

• Geef aanwijzingen. Zeg de woorden omhoog, omlaag, links en rechts in een willekeurige volgorde en moedig de deelnemers aan uw aanwijzingen op te volgen. Blijf in een redelijk snel tempo aanwijzingen geven.

• Verander de betekenis van de woorden. Vertel de deelnemers na ongeveer een minuut dat je een verandering gaat aanbrengen. Vanaf nu betekent 'omhoog' 'omlaag' en omgekeerd. Dus als je 'omlaag' zegt, moeten de deelnemers naar het plafond kijken. En als je 'omhoog' zegt, moeten de deelnemers naar hun voeten kijken. Leg uit dat de betekenis van de woorden links en rechts hetzelfde blijft. Roep de vier richtingen in een willekeurige volgorde af en vraag de deelnemers de instructies op te volgen. Herinner hen er echter aan dat ze de nieuwe betekenis van de woorden omhoog en omlaag moeten onthouden. U zult veel "fouten" zien en vooral veel gelach.

• Sluit de sessie af. Kondig na ongeveer een minuut het einde van de activiteit aan.